De meeste pelletkachels verwarmen met een convectieventilator. Deze ventilator zorgt er voor dat de warme lucht die ontstaat in de kachel wordt verspreid over de ruimte. Een mooi systeem, maar het brengt ook enkele nadelen met zich mee. De ventilator zorgt ervoor dat er een constante ruis aanwezig is. Sommige mensen vinden dit storend en willen liever een geluidsarme kachel.
Gelukkig is dit mogelijk. De pelletkachels van Rika en Haas & Sohn maken niet gebruik van een ventilator. Deze kachels verwarmen de ruimte d.m.v. convectie- en stralingswarmte. Door van deze techniek gebruik te maken ontstaat er een beter verdeelde warmte in de ruimte en zijn de kachels ook nog eens veel stiller.
In het onderstaande stuk proberen we u uit te leggen hoe een convectie pelletkachel werkt.
De trilling van de deeltjes van de warme steen heeft de deeltjes van de koude steen doen meetrillen. Dat heet warmtegeleiding. Als je evenwel water in een hete kookpot giet, is er meer aan de hand. Het water dat met de wanden van de kookpot in contact komt, zal eerst door geleiding opwarmen. Die warme deeltjes ‘springen’ daardoor zodanig in het rond, dat ze lichter worden dan de koude deeltjes. En daardoor gaan ze stijgen, terwijl de koude deeltjes dalen, om op hun beurt te worden opgewarmd. Zo mengen warme en koude waterdeeltjes zich automatisch. Dat heet convectie of stroming.
De letterlijke vertaling van con-vectie is “samen bewegen”. Convectie wordt dan ook het best gezien als een stroming van deeltjes die samen in min of meer dezelfde richting bewegen. Gezien de noodzaak aan stromende deeltjes treedt convectie niet op in vaste stoffen, doch enkel in gassen en vloeistoffen.
Convectiewarmte is warmteoverdracht via stroming die ontstaat door verschillen in dichtheid als gevolg van verschillen in temperatuur. Koude deeltjes bewegen minder, zitten daardoor dichter op elkaar en zijn globaal dus zwaarder dan warme deeltjes die veel bewegen, verder uit elkaar zitten en dus globaal lichter zijn. Warmteconvectie is bijgevolg gewoon een moeilijk woord voor het fenomeen dat warme lucht stijgt en koude lucht daalt. Een fenomeen dat de mens voor het eerst in staat stelde het luchtruim te betreden via de hete luchtballon.
Convectieverwarming is dus luchtverwarming of verwarming via warme lucht. Breng warme lucht onderaan in een ruimte en ze zal automatisch stijgen, waarbij de warmte op koudere deeltjes wordt overgedragen via stralingswarmte en via geleiding bij contact. Er treedt daarbij ook gewoon een menging op van warme en koude deeltjes. De gemiddelde kamertemperatuur komt daardoor hoger te liggen dan de oorspronkelijke kamertemperatuur en lager dan de temperatuur van de geproduceerde warme lucht.
Soms worden lucht en water wel eens genoemd als de media waarlangs convectieverwarming warmte transporteert. Inderdaad, de circulatie van water in de radiatoren van een centrale verwarming berust eveneens op het principe van de convectie. Het warme water in een centrale verwarming wordt door convectie dus naar verschillende ruimten gebracht, maar het is via de opwarming van lucht dat de eigenlijke warmteoverdracht in de ruimte plaatsvindt. Zodat we de uitdrukking convectiewarmte veel beter kunnen vervangen door het eenvoudiger woord “luchtwarmte”.
Wanneer koude lucht in contact komt met een warm vast lichaam, zoals een kachel, treedt eveneens convectie op. De warmteoverdracht door geleiding en straling veroorzaakt een opwarming van de luchtdeeltjes die zich het dichtst bij het kacheloppervlak bevinden en daardoor als geheel lichter worden en gaan stijgen. Zo koelt een voortdurende luchtstroom elk warm voorwerp af.
Luchtwarmte is dus, in tegenstelling tot stralingswarmte en geleiding, een indirecte vorm van warmteoverdracht. De warmte van een convector wordt niet rechtstreeks op ons lichaam overgedragen, maar onrechtstreeks door tussenkomst van de kamerlucht als transportmiddel.
Een derde manier om warmte over te brengen is warmtestraling. Het warme, onzichtbare licht dat een hete kachel uitstraalt zal elk voorwerp verwarmen waar het op valt. Dus ook ons lichaam. In onze huid stroomt ongeveer 1/4 van ons bloed, dat de opgevangen warmte meteen naar de rest van het lichaam voert.